Das schweigende Klassenzimmer

Twee minuten zijn de leerlingen in het klaslokaal stil. Twee minuten om de doden van de Hongaarse opstand te herdenken. Die twee minuten worden door het schoolbestuur echter als een mini-opstand te zien, als een daad van verzet die keihard bestreden moet worden. Het is 1956, de klas is onderdeel van een school die in het oostelijke, socialistische deel van Duitsland staat. De muur is nog niet gebouwd, maar de grens tussen Oost en West is er wel degelijk.

Dat ondervinden de leerlingen van deze Duitse klas duidelijk.  Het is voor deze DDR-jongeren nog mogelijk om met een goede smoes van hun oosten naar het westen te reizen. Daar zien ze in een bioscoopjournaal de beelden van die opstand in Hongarije – een nieuwsfeit dat bij thuiskomst in hun eigen krant wordt afgedaan als een fascistische actie.

De jongeren gaan dan zelf op zoek naar nieuws uit het westen. Dat horen ze door bij een oom van een van hen naar de radiozenders in het kapitalistische westen te luisteren. Hun protest krijgt vorm in die twee minuten stilte in hun eigen klas, tot woede van de schoolleiding. Die neemt dan ook meteen maatregelen. Eerst willen ze het als puberdaad de kop indrukken, maar als het voorval via de inspectie ook op het ministerie wordt opgepikt, wordt het steeds meer als contrarevolutionair gezien en willen ze weten wie de aanstichter is. De klas blijft solidair, hun wegering om de ‘dader’ aan te wijzen heeft gevolgen voor hun verdere leven.

Deze voetnoot in de geschiedenis van de Koude Oorlog is later door een van de leerlingen opgeschreven. De auteur is in april 2018 overleden, onwetend van alle prijzen die Das schweigende Klassenzimmer in datzelfde jaar zou krijgen, zoals de publieksprijs op het festival Film by the Sea in Zeeland.

Verwacht